Half januari 2020 zat ik om een uur of 9 op m’n werk, er waren op dat moment weinig collega’s uit mijn team aanwezig op de afdeling. Een mailtje met een uitnodiging van mijn manager verscheen in mijn mailbox. De inhoud daarvan zei me meteen genoeg. Om 10 uur kreeg ik te horen dat ik boventallig werd, mijn functie zou door een reorganisatie geen bestaansrecht meer hebben. Ik liep terug naar m’n werkplek en pakte m’n spullen in. Om kwart over 10 liep ik naar mijn auto. Niet helemaal beseffend dat het de laatste werkdag zou zijn geweest, ik werd namelijk direct vrijgesteld van werk. Van fulltime werken naar fulltime thuis. Twee weken ervoor kreeg ik nog een groot boeket bloemen thuis afgeleverd vanwege mijn 20-jarig jubileum. Die had ik de woensdagavond uitgebloeid weggegooid.
Met de envelop met informatie over hoe nu verder reed ik weg. Verdwaasd belde ik bij een vriendin aan die ik al had gebeld over de mededeling. Ik had eerst een kop sterke koffie nodig. Binnen een uur kwamen de eerste appjes binnen van mijn directe collega’s die het nieuws officieel hadden vernomen.
Het nieuws spreidde zich enorm uit en binnen no-time werd ik bedolven met appjes met o.a. adviezen van (oud)collega’s en vrienden. Want als je boventallig wordt komt er veel bij kijken.
Met nog een boventallig verklaarde collega, Simone, hield ik veel contact. We noemde elkaar “bondgenoten”. Ook zij werd direct vrijgesteld van werk. Beiden waren we zoekende hoe nu verder. Een nieuw ritme zoeken, moe zijn, de juridische afwikkeling. Een rouwproces.
Na de juridische afwikkeling zijn we samen terug gegaan naar het werk om onze spullen in te leveren. Inmiddels was het coronavirus uitgebroken. We liepen door een intens groot maar leeg pand. Wat een raar afscheid van een bedrijf waar we zo lang hebben gewerkt.